Om de 40e verjaardag van het Museum te vieren op 22 mei treffen we stilaan enkele kleine en grote voorbereidingen. Eén van de sterattracties wordt de stoomtramlocomotief uit 1890 van de “Tramways de l’Est de Bruxelles”, gebouwd door Cockerill. Dit bedrijf, dat niet lang heeft bestaan, baatte tussen 1885 en 1891 een stoomtramlijn uit tussen het Sint-Joostplein en het kerkhof van Brussel, via de Leuvensesteenweg en de stelplaats aan het Daillyplein. Daarvoor beschikte het over acht stoomtramlocomotieven waarvan twee (nummers 7 en 8) geleverd werden door Cockerill in 1889 en 1890. Na de opheffing van het bedrijf werd locomotief 8 verkocht aan de Nationale Maatschappij van Buurtspoorwegen (NMVB) die hem op haar beurt doorverkocht aan de mijnbouwmaatschappij “Vieille Montagne” omdat de spoorbreedte van de locomotief (1m43,5) niet overeen stemde met die van het overgrote deel van het NMVB-tramnet (1m00). Voor nummer 8 werd dat het begin van een lange industriële carrière, onder meer bij de suikerfabriek van Silly en het bedrijf Charles Focquet in Vilvoorde. In 1987 werd deze locomotief dankzij de inzet van enkele gepassioneerde vrijwilligers bewaard én geëxporteerd naar Engeland. Daar is hij afgelopen jaren in rijdende staat gerestaureerd door de “North Yorkshire Moors Railway“.
Dankzij een uitstekende samenwerking tussen het Museum en de huidige eigenaar van de locomotief kunnen we hem op 22 mei uitzonderlijk laten rijden op de Woluwelaan tussen de haltes “Woluwe Shopping” en “Voot”. Dit is een unieke kans om een dergelijke indrukwekkende stoommachine aan het werk te zien, en het is één van de laatste getuigen van de – eerder beperkte maar toch niet te verwaarlozen – rol van stoomtractie bij de ontwikkeling van het openbaar vervoer in Brussel.